door
Eric van Dusseldorp In Ivoorkust,
Afrika, was het al een tijdje bekend. Ergens in een dorpje aan een rivier
woonde een boomlange kerel, misschien wel twee meter lang, met een
vervaarlijk afro-kapsel. Zijn naam: Joël Atse. Hij zat vaak langs de kant
van een zandweggetje, met een lemen dambord en coladoppen. Iedereen mocht
tegen hem spelen, maar al sinds mensenheugenis kon niemand van hem winnen.
Dankzij een sponsor kon hij zijn tegenstander een leuk aanbod doen: win ik
van jou, dan ontvang ik een kleine inzet. Win jij van mij, dan ontvang jij
omgerekend 10.000 dollar. Honderden spelers namen de uitdaging aan, maar
zonder succes en de dammer kon leven van alle inzetten. “Stuur hem
naar het Afrikaans kampioenschap, dan zien we wat hij écht waard is”,
riep iemand en aldus geschiedde. De internationaal onbekende Atse deed mee
en tot ieders verbazing maakte hij zijn faam waar door ongeslagen
Afrikaans kampioen te worden, vóór gerenommeerde spelers als Samb,
Ndjofang en Ba. Het leverde hem plaatsing op voor het WK in het Russische
Ufa. Ja, en toen moest het verhaal van die goedmoedige reus, die
coladoppendammer, maar eens uit zijn. Maar het tegendeel gebeurde. Waar
topspelers als Baljakin, Meurs en Valneris in de voorrondes bleven steken,
plaatste de Afrikaan zich ongeslagen voor de allesbeslissende finale, met
de wereldkampioenen Georgiev, Schwarzman en Tsjizjov. Nu moest het toch maar eens afgelopen zijn met deze dammer, die nog nooit van Ghestem, Roozenburg en Van der Wal had gehoord. Maar het was nog niet voorbij en na enkele rondes nam Atse zelfs de leiding. Getmanski diende zich aan als tegenstander. Deze broodmagere en timide Rus moest welhaast het volgende slachtoffer zijn van de fysiek en mentaal superieure Atse. Maar het liep anders.
Wit:
J. Atse – Zwart: A. Getmanski Wit aan zet moet
rekening houden met (12-18) maar ook met (11-17), (13-18). Een goede
remedie is 42-37!. Atse speelde echter 40.
39-33?... Plots volgde 40…
12-18!; en nu zag hij dat het geplande 42-37-31 niet kan vanwege
(7-12!) 16x18 (13x22) 45-40 (25-30!) en zwart wint. Wit verloor een schijf
en de partij. De reus was geveld en zou niet meer opstaan. Atse verloor
nog drie partijen en werd achtste. Maar de damwereld is nog niet van hem
af. |