Waar gebeurd damverhaal

 

Eric van Dusseldorp

 

 

Het is 1960. De bekende Zeeuwse damproblemist Willem Lente maakte een aardige compositie en besloot deze op te sturen naar een krant met de mededeling dat het om een eerste publicatie ging. De damredacteur was maar wat blij met deze originele compositie; Lente stond, en staat eigenlijk nog steeds, bekend als een van de topproblemisten in het genre van de partijachtige compositiekunst.

 

Zie diagram.

 

 

 

Wit wint op fraaie wijze als volgt: 33-29 (40x49) 29-24 (20x18) 27-22 en nu maakt het niet uit hoe zwart slaat, laten we zeggen (18x27) 32x3 (49x23, de scherpste, want op 49x46 maakt wit na 3x25 gebruik van het extra vrije tempo door 25-43 te spelen.) 3x25 (36x27) 35-30 (23x46) 30-24 (19x30) 25x5.

 

27 jaar later. Lente, inmiddels een dagje ouder maar nog steeds actief, stuurde een damprobleem naar een krant. Opnieuw met de mededeling dat het een nog ongepubliceerd vraagstuk betrof. De dammedewerker plaatste de stand, maar wat bleek achteraf… het was de stand van zijn al eerder gepubliceerde compositie op diagram 1.

 

Wat was hier misgegaan?

Het eerste scenario ligt voor de hand. Lente dacht: ach, iedereen is die stand uit 1960 alweer vergeten, laat ik ‘m maar opnieuw als eerste publicatie aanbieden.

Het tweede scenario is al een stuk vreemder, maar niet onmogelijk. Lente, een tikje verstrooid, was in 1987 zijn probleem dat hij 27 jaar eerder had gemaakt gewoon vergeten en had ook geen goed archief van zijn eigen werk. Hij kwam al componerend opnieuw tot de stand van diagram 1 en stuurde deze te goeder trouw naar de krant.

 

Maar wat ècht is gebeurd, is nog veel hilarischer dan de twee genoemde scenario’s bijelkaar. Lente had een ander probleem gemaakt dan het vraagstuk dat hij in 1960 had ingezonden, maar was domweg op dezelfde stelling uitgekomen.

 

 

 

De oplossing die hij in 1987 naar de krant stuurde luidde volgt: 35-30 (40x49) 30-24 (20x18) 28-23 (19x39) 27-22 (bijv. 36x27) 32x3 (49x46) 3x43 (18x27) 43x5. Opnieuw een haarscherpe afwikkeling die aan alle scherpe regels van de problematiek voldoet!

 

Voor scherpslijpers onder de probleemliefhebbers is de diagramstand niets meer waard. Een tweede oplossing is immers niets meer of minder dan een bijoplossing. Bij concoursen wordt een vraagstuk om die reden dan ook subiet afgekeurd.

Maar mag dia 1 dan zomaar naar de prullenbak worden verwezen? Een dual (een andere scherpe winst) is bij eindspelcomposities soms toegestaan. Er zijn aardige dubbel- en zelfs tripeleindspelen bekend, waarom zou een damprobleem met twee unieke scherpe winsten dan niet mogen? Het bovenstaande verhaal mede in acht nemend, is de stand van het diagram een waardevolle curiositeit. En het is nog een waar gebeurd verhaal ook.

 

Een heel ander onderwerp. Sneldammen. In het algemeen zal de lezer weinig over deze tak van sport aantreffen en dat is niet zo verwonderlijk. Sneldampartijen worden immers niet genoteerd. Toch weten veel topspelers hun blitzpartijen nog te reconstrueren en ook dammers uit de lagere regionen slagen er dikwijls in om standen weer op het bord te toveren. Zo leverde het afgelopen NK sneldammen aardig materiaal op. Dat het niveau in zo’n sneldampartij soms heel behoorlijk is, bewijst Menno de Block vanuit de diagramstand.

 

Zwart: M. de Block – Wit: R.J. van den Akker

 

 

 

 

37. ...8-13!!; Lijkt onlogisch, omdat zwart zichzelf de ruilmogelijkheid (17-21) ontneemt.

38. 39-34, (Na 45-40 speelt zwart gewoon zijn tempi uit) 23-29!; 39. 34x23, 18x29; Een fraaie Ghestemdoorstoot. 40. 27-21??,. . .  Dit verliest direct, maar de zwartspeler liet op internet zien dat er –volgens hem- geen redding meer is voor wit.
Na 40. 45-40, 13-18; 41. 27-22, 18x27; 42. 32x21, 16x27; 43. 28-23, 19x39; 44. 30x10, 15x4; 45. 38-32, 27x38; 46. 40-34, 29x40; 47. 35x27 wint zwart ruimschoots.
Ook direct 40. 26-21, 17x26; 41. 28-23, 19x37; 42. 30x17, 29-34! is hopeloos, omdat wit nooit dam kan halen op veld 2 of 3 door de dubbele vang.
Eerst 40. 27-22 lijkt nog remisekansen te geven voor wit, maar na 1-6; 41. 22x11, 6x17; 42. 26-21, 17x26!; 43. 28-23, 19x37; 44. 30x17, volgt het droge 16-21 met winst voor zwart. Volgens De Block, maar dit klopt niet, want wit speelt 33x24 (21x12) 38-32! (37x28) 35-30 en wit is op tijd met 45-40-35.

Partijverloop: 40. ...,16x27; 41. 32x21, 13-18!; 42. 45-40, 18-23; 43. 40-34, 23x43; 44. 34x23, 19x39; 45. 30x10, 15x4; en wit gaf het op.

 

Terug naar damrubrieken