Slagzet om te onthouden

Eric van Dusseldorp 


De tweede grote zomertoernooien ‘Den Haag Open’ en ‘Nijmegen Open’ zijn amper voorbij of Brunssum Open is alweer begonnen.
‘Brunssum’ is -ongeveer samen met het Amsterdam Paastoernooi- het oudste meerdaagse damevenement met een volledig open inschrijving. Open toernooien zijn tegenwoordig ‘de’ formule. Iedereen die wil meedoen mag meedoen en van de paar tientjes inschrijfgeld die de deelnemers moeten betalen kunnen toch nog aardig wat kosten worden gedekt.
Brunssum Open is het kleinste zomertoernooi van de drie, zowel qua aantal deelnemers als qua gemiddelde speelsterkte van het gezelschap. Er nemen wat minder grootmeesters aan deel. Maar volgens velen is het wel het gezelligste evenement. Toernooidirecteuren willen in de regel het liefst een zo groot mogelijk deelnemersveld, maar vergeten soms dat een en ander ten koste gaat van de gemoedelijke sfeer die een wat kleinere groep met zich mee brengt. Bij kleine toernooitjes komt het voor dat de deelnemers gezamenlijk soms ergens gaan eten, of een attractie bezoeken. Bij een massaal evenement kun je dat wel vergeten en gaat een ieder zijns weegs.
Maar een klein toernooi is Brunssum, met toch nog altijd 78 deelnemers, natuurlijk allerminst.
Een paar fragmenten.

Wit: L. Nicault – Zwart: Th. Dijkstra

 

Zie diagram. Hoe beoordelen we deze klassieke stand? Wit staat beter, heeft meer grip op allebei de flanken. Zwart heeft een achtergebleven schijfje op 15, maar dat is hier niet zo erg, omdat 15-20-25 wel mogelijk lijkt. Verder geen echte zwaktes in stand. Conclusie: wit staat beter, heeft praktische bordkansen, maar analytisch zal de stand wel remise zijn omdat klassieke standen nu eenmaal bijna altijd remise zijn. De Fransman Nicault is evenwel duidelijk de betere dammer van de twee en hij weet zijn kansen optimaal te benutten.

37. 34-30, 15-20; 38. 38-33, 20-25; 39. 49-43, 25x34; 40. 39x30, 8-12; 41. 43-38, 6-11; 42. 45-40, 11-17; 43. 40-34, 3-8; 44. 48-42, 9-14; 45. 42-37, …

De sleutelstand waar Nicault vermoedelijk naar toegewerkt heeft. Zwart moet nu (23-29) spelen, waarna wit met 28-23 etc. een gunstig maar nog niet gewonnen eindspel pakt.
De stand is zeven keer eerder voorgekomen. In een partij tussen de Polen J. Sekula (wit) en J. Flisikowski volgde inderdaad (23-29, x29) 28-23 en later remise. In een correspondentieduel met verwisselde kleuren tussen D. Strizjiboroda (wit) en R. Zdorovjak volgde na 28-22, x22 (24-29) met eveneens remise. Grappig was het verloop in de partij (ook verwisselde kleuren) tussen D. Staal en V. Doumesh. Na 34-30, x30? werd de damzet gemist, Vitalia Doumesh ging vrolijk verder met (23-29) en won alsnog. Het meest bekend is de stand uit een vrij recente WK-partij (2005) waarin F. Guseynov door de partijcombinatie werd geslachtofferd door L. Diawara.
Verder volgde ook bij C. Smith – W. Liddel (oude partij uit het kampioenschap van de VS, wit won), Th. Berends – A. Baljakin (zwart won) en R. Veldstra – M. de Jong (zwart won) het partijverloop.

45…, 17-21?; 46. 26x17, 12x21; 47. 34-29, 23x25; 48. 28-23, 19x39; 49. 38-33, 39x28; 50. 32x3, 21x41; 51. 3x9 en zwart gaf het uiteraard op. Nu maar eens onthouden, deze slagzet!

Wit: A. Kalmakov – Zwart: B. Woolschot

 

Zie diagram. Na 34…, 22-28? volgde 35. 36-31, 27x36; 36. 30-24, 19x39; 37. 38-32, 23x34; 38. 32x1 en zwart gaf het op.

De oplossing van de opgave uit de rubriek van 4 augustus jl. Wit: 19, 20, 24, 27, 28, 29, 30, 33, 39, 41, 43, 50 / Zwart: 6, 8, 11, 12, 15, 16, 17, 18, 22, 35, 36, 40. Wit wint door: 44, 42, 13, 22, 21, 23, 2 (154*), 1 (40), 45, 7 (11), 16 (40), 11.

De Kring voor Damproblematiek organiseerde afgelopen voorjaar een reunie met aansluitend een componeerwedstrijd op dit motief. Op de middag zelf kwam Kuijper niet op het idee om het motief op deze manier aan te pakken, maar direct na thuiskomst verscheen, in alle rust, alsnog de opgave van vorige week op het bord.

Ook de nieuwe opgave is een eerste publicatie van de hand van P. Kuijper uit Hoorn. Zie diagram. Wit begint en wint.

 

 Terug naar damrubrieken