Boomstra straft kromme zet af

Door Eric van Dusseldorp

 
De zestienjarige Roel Boomstra uit Emmen wordt gezien als een van de grootste damtalenten in Nederland. Hij wordt inmiddels al vergeleken met Ton Sijbrands en Harm Wiersma, dammatadors die vooral in de jaren zeventig van de vorige eeuw succesvol waren. En het grote gemak waarmee Boomstra onlangs zijn halve finalegroep won en zich aldus wist te plaatsen voor de nu aan de gang zijnde NK-finale, geeft inderdaad alle hoop voor de toekomst.

De vraag is of de jonge Drent inderdaad in de voetsporen gaat treden van zijn illustere landgenoten. Wat zijn damkwaliteiten betreft zijn daar natuurlijk alle mogelijkheden toe, maar de vraag is wat hij zelf wil: een damcarričre als topgrootmeester of een maatschappelijke loopbaan. Wil hij doen wat hij leuk vindt of gaat hij voor een goede job? Spelers als Gérard Jansen en Erno Prosman hebben voor hetzelfde dilemma gestaan, maar hebben uiteindelijk gekozen voor maatschappelijke zekerheid en slechts weinigen vinden dat een verkeerde keuze. Maar wereldkampioen word je er niet mee, want wat tegenwoordig voor haast alle disciplines geldt: je kunt alleen de hoogste tree bereiken als je je 100% voor je sport kunt inzetten. Daarom zullen spelers als Schwarzman, Tsjizjow en Georgiew nčt dat ene noodzakelijke stapje vóórblijven: zij zijn namelijk wčl fullprof.

De finaleplaats van Roel Boomstra was niet echt een verrassing. In zijn nóg jongere jaren werkte hij keurig het rijtje af: nationaal kampioen bij de pupillen, vervolgens bij de aspiranten en tenslotte bij de junioren. En internationaal gaf de Emmenaar, met een Europese en wereldtitel bij de junioren, ook al zijn visitekaartje af. Zijn debuutleeftijd is overigens bij lange na geen record. Ton Sijbrands deed in 1965 voor het eerst mee aan de NK-finale. Hij was toen 15 jaar en eindigde in de onderste regionen. Harm Wiersma debuteerde in 1967 op 13-jarige leeftijd en won de eerste vier partijen op rij (dat kon toen nog!) om vervolgens als tweede te finishen.

Wat niet iedereen weet, is dat Roel Boomstra als heel klein jongetje in Soest is begonnen te dammen en ontdekt en getraind werd door Adrie Butzelaer, de jeugdleider van de plaatselijke damclub. Toen hij later met zijn ouders naar Groningen verhuisde, werd hij opgevangen door een grote schare trainers.

Technisch directeur van de KNDB Johan Krajenbrink zegt over hem: “Hij kan diepe analyses maken met erg veel varianten en gigantisch veel cijfertjes.” En dat is belangrijk, want het verschil tussen de absolute top en iets daaronder is het rendement dat een speler haalt uit dunne standen zo rond de 40e en 50e zet. Winst of remise, remise of verlies, het is allemaal erg nauwsluitend en alleen de beste rekenaars komen en blijven aan de top. En dat is precies wat de Russische grootmeesters hebben geleerd van hun trainers: rekenen, rekenen en nog eens rekenen.

Boomstra won in de halve finale een belangrijke partij van de sterke Anton van Berkel. De Brabander deed al op de achtste zet een ronduit kromme zet en liep vervolgens de hele partij achter de voor hem nare feiten aan.: 1. 32-28, 17-22; 2. 28x17, 11x22; 3. 37-32, 6-11; 4. 34-30, 12-17; 5. 41-37, 19-23; 6. 30-25, 14-19; 7. 25x14, 9x20; 8.46-41, 8-12?;

We komen erin na de 22e zet.

Wit: Roel Boomstra – Zwart: Anton van Berkel

Zie diagram.

 

Wit staat al duidelijk beter en het is instructief om te zien hoe Boomstra het volle rendement uit de stand haalt.

23. 36-31, 13-18; 24. 33-29!, 24x33; 25. 39x28!,… Uitstekend gespeeld. Zonder schijf 24 zit zwart in grote problemen. 25…, 7-12?; Hier had vermoedelijk (15-20) gemoeten. Zwart wordt nu overspeeld.

26.  31-27!, 9-13; 27. 44-40, 1-6; 28. 49-44, 17-21; 29. 40-35!, 21-26; 30. 44-40, 15-20; 31. 47-41, 3-9; 32. 41-36, 9-14; 33. 34-29, 23x34; 34. 40x29, 19-24; 35. 38-33, 14-19; 36. 42-38, 11-17; 37. 45-40, 17-21; 38. 40-34, 12-17; 39. 36-31, 17-22; 40. 28x17, 21x12; 41. 32-28, 6-11; 42. 37-32, 26x37; 43. 32x41, 11-17; 44. 38-32, 17-21; 45. 41-36, en zwart gaf het op. De kleine variantjes die resten, zijn voor de lezer.

De oplossing van de vorige opgave (Auteur: Jaap Bus, wit: 18, 21, 25, 27, 36, 37, 42, 44, 50 / zwart: 2, 9, 11, 14, 15, 24, 33, 35, 40)

Winst door 45, 16, 7, 38, 7 JB (29) 1 Z (13, 24, 30) Isodore Weiss. Schijnoplossing Z 2 (33) 16 (13, 24) 43 (29) 20 (34, 40, 38) 15 (43) =

Ook de nieuwe opgave is een eerste publicatie Jaap Bus. Zie diagram. Wit begint en wint.

 

 Terug naar damrubrieken