Frans
kampioen verslikt zich in theorie Eric
van Dusseldorp Het
kampioenschap van Frankrijk was dit jaar wel erg spannend. Liefst drie
spelers (Arnaud Cordier, Oscar Lognon en Flaubert Ndonzi) eindigden
gelijk, maar op basis van het Sonnenborn-Bergersysteem (SB) en vervolgens
het aantal winstpartijen werd de bovenstaande volgorde bepaald. Als
Cordier twee rondes voor het einde niet onnodig had verloren, had de
omstreden SB-telling niet toegepast hoeven worden en was hij soeverein
kampioen geworden. Vooral de manier waarop de nederlaag tot stand kwam,
wekte alom verbazing. Wit: A. Bercot – Zwart: A. Cordier
De
diagramstand, wits laatste zet was 33-29, is al 23 keer in de
wedstrijdpraktijk voorgekomen. Theorie dus. De enige correcte zet is het
niet onlogische (13-18), die ook in verreweg de meeste gevallen gespeeld
werd. Wits beste antwoord is dan 37-31 (26x37) 42x31, waarna de strijd
eigenlijk pas echt begint. Misschien is de stampartij (maar niet de eerste
partij) met dit verloop die tussen de ex-wereldkampioenen Harm Wiersma
(wit) en Alexej Tsjizjow. Na (23-28) 30-25 (9-13) 34-30 (7-12) 49-44
(12-17) 44-40 (28-32) 40-34 (19-23) 39-33 (23-28) 41-37 (32x41) 46x37
(28x39) 34x43 (13-19) 30-24 (19x30) 35x24 (3-9) 48-42 (9-13) 42-38 (27-32)
tekenden de maestro’s de vrede. Als
zwart in de diagramstand iets anders speelt dan (13-18), dan gaat hij de
bietenbrug op. Zo presteerde Cees Pippel in In
een partij uit 2006 verraste Jos Stokkel vriend en vijand met (23-28?)
waarna zijn tegenstander Wim van der Kooij schijfwinst forceerde door
30-25 (7-12) 25-20 (14x25) 37-31 (26x37) 41x14 (9x20) 15x24, maar deze
laatste schrok kennelijk zo van de zwarte compensatie na (22-28) dat hij
de gewonnen schijf pardoes terugofferde via 29-23 etc., in plaats van
gewoon door te spelen, wat best had gekund. Zwart
heeft in de diagramstand nóg een voortzetting, die eveneens incorrect is.
Niemand had gedacht dat Frankrijks sterkste dammer hier slachtoffer van
zou worden: 30…, 3-8?; 31. 29x18, 8-12; Een schijnoffer. Als wit
nu niets bijzonders heeft, staat zwart goed. Maar wit forceert de
stelling: 32. 39-33!, 12x23; 33. 33-29,… Wat nu? Op (22-28) of
(23-28) volgen weer de eerder aangegeven voortzettingen (al zijn er heel
misschien nog compensatievarianten). Cordier was zich echter van geen
kwaad bewust, speelde 33…, 13-18?; werd vervolgens verrast door 34.
30-24, 19x39; en gaf het op zonder 42-38 (23x34) 38-33 (39x28) 37-31
(26x37) 41x1 af te wachten. Wit:
O. Lognon – Zwart: J.L. Praud De tweedeprijswinnaar, die eerder bekend staat als een rommelaar dan als een groot strateeg, had lange tijd last van een onhandige kvo-tje, maar niet zonder medewerking van zijn opponent was de boel inmiddels aardig opgeklaard. Zie diagram.
44.
27-22!,…
Een bekende finesse in dit soort standen, waarmee wit voordeel behaalt.
(23-29) werkt niet, omdat zwart meerslag moet nemen. 44…, 7-11!;
De enige remisezet. 45. 32-27,… Wit had een spectaculair
dubbeloffer kunnen overwegen: 32-28 (23x32) 33-28 (32x23) 21-16 en wat nu?
Zwart kan nipt remise maken door (12-18) 16x7 (18x27) 7-2 (27-32) 48-42
(32-38) en (23-29). 45…11-16?
Dit
verliest. Remise is alleen (11-17) 22x11 (23-28) 33x22 (24-29) 34x23
(19x6) 30-24 (25-30!) 24-20 (14x25) 35x24 (12-18) en wit kan net niet
winnen. 46. 22-17, 23-28; 47. 33x22, 24-29; 48.
34x23, 25x34; 49. 17x8, 19x26; 50. 8x10, 34-39; 51. 10-5,
39-44; 52. 27-22, 16-21; 53. 22-18, 44-50 ; 54.
18-13, 21-27; 55. 13-9, 27-31; 56. 9-4, 31-36; 57. 35-30
en zwart gaf het op. Oplossing
vorige opgave (Alexander Rom, wit: 15, 21, 24, 30, 34, 37, 39, 40, 42,
43, 44 / zwart: 5, 8, 9,
13, 18, 20, 22, 23, 25, 28, 33):
37-32 (28x48) 39x19 (48x50) 19-14 (20x29) 34x3 (25x45) 21-17 (22x11A)
15-10 (9x20) 3x25 (5x14) 25x6. A(5x14) 3x25 (22x11) 15-10 (5x14) 25x6. Ook de nieuwe opgave is van Alexander Rom. Zie diagram. Wit begint en wint.
|