Ton Sijbrands Ridder op het juiste moment
Eric van Dusseldorp
Het zal de meeste dammers niet ontgaan zijn. Het heeft Hare Majesteit de Koningin behaagd om damgrootmeester Ton Sijbrands te ridderen in de Orde van Oranje-Nassau.
Het lintje is volkomen terecht en kwam ook precies op het goede moment. Want de dammer uit Muiden is de laatste jaren bij het grote publiek vooral bekend als wereldrecordhouder blindsimultaandammen en juist dit wereldrecord wordt over circa twee maanden aangevallen door een andere damgrootmeester, Erno Prosman uit Gouderak.
Maar Sijbrands is niet alleen een bekende Nederlander vanwege zijn unieke reeks blindsimultaanrecords. Vele malen was hij Nederlands en Europees kampioen en daarnaast won hij diverse internationale toptoernooien.
De beste zaken deed Sijbrands evenwel in de jaren 1972-1973. We plaatsen het even in historisch perspectief. De Koude Oorlog. Het ‘Vrije Westen’, zoals dat toen zo mooi heette, tegen het Oostblok. In die periode was ongeveer een derde van de Nederlanders er bijna zeker van dat de wereld door een allesvernietigende atoomoorlog zou vergaan. Een ander deel van het volk achtte de kans in ieder geval reëel aanwezig…
In die periode was het, als het ging om de wereldtitel, Ton Sijbrands tegen de Russen (toen een verzamelnaam voor Letten, Oekrainers, Wit-Russen, Russen etc.). En Ton won. Eerst in Hengelo in 1972, toen hij in een rondtoernooi zijn grote rivaal Andris Andreiko twee punten voorbleef. Een jaar later volgde de revanchematch tussen wereldkampioen Sijbrands en uitdager Andreiko. Het was de kleinere broer van de andere Koude Oorlog-match tussen de schakers Robert Fischer en Boris Spasski, Reijkjavik 1972, maar voor ons land minstens even belangrijk.
Sijbrands bleef in deze tweekamp ongeslagen en zijn score (22-18) was overtuigend genoeg. Het was ook meteen zijn laatste wereldtitel, maar zijn charismatische en markante verschijning was sindsdien in ’s Neerlands collectieve geheugen gegrift.
Wit: Andris Andreiko – Zwart: Ton Sijbrands WK-match 1973, tweede partij.
1. 32-28, 18-22; 2. 37-32, 12-18; 3. 41-37, 7-12; 4. 46-41, 1-7; 5. 34-29, 19-23; 6. 28x19, 14x34; 7. 40x29, 10-14; 8. 35-30, 20-25; 9. 30-24, 14-20; 10. 32-28, 16-21; 11. 31-26, 11-16; 12. 37-32, 21-27; 13. 32x21, 16x27; 14. 44-40, 5-10; 15. 39-34, 10-14; 16. 43-39, 14-19(!); 17. 41-37(?), 19x30; 18. 38-32??,… Natuurlijk was 41-37 al de opmaat naar de foutieve combinatie, maar analytisch kon wit het nog gelijk houden door op de 18e zet 37-32 te spelen.
18,… 27x38; 19. 26-21, 17x26; 20. 28x17, 12x21; 21. 29-24, 30x19;
En hier begon Andreiko heel lang na te denken. Wat was er allemaal aan de hand? Hij had ooit, vanaf een notatiebiljet, een oude Russische partij bekeken die hetzelfde verloop had. Toen werd na de damcombinatie wat sukkelig (20-24) gespeeld waarna de dam met gelijkspel werd afgenomen en wit een beetje voordeel hield. Maar op dit moment kwam de Rus tot de verbijsterende conclusie dat zwart met de niet zo vaak voorkomende manoeuvre (9-14!) de dam met schijfwinst afneemt!
22. 36-31, 38x29; 23. 34x1, 9-14!; Om deze zet gaat het. 24. 42-38, 2-7; 25 1x9, 4x13; Zwart heeft een schijf meer, maar het verzilveren van schijfwinst is net zoiets als een penalty nemen: het moet lukken, maar het moet wel eerst gebeuren. Bovendien heeft wit nog een beetje compensatie. 26. 38-32, 6-11; 27. 31-27, 11-16; 28. 39-33, 19-23; 29. 33-28, 14-19; 30. 50-44, 8-12; 31. 48-43, 12-17; 32. 44-39, 13-18; 33. 39-33, 25-30; 34. 43-39, 19-24; 35. 28x19, 24x13; 36. 33-28, 17-22; 37. 28x17, 21x12; 38. 32-28, 30-35; 39. 40-34, 12-17; 40. 39-33,… Zie diagram.
Nu ‘dreigt’ wit enigszins met 45-40 met misschien kleine remisekansen. Van Sijbrands’ volgende zet schrokken zijn secondanten nogal, want kan wit niet gevaarlijk 28-22 spelen met een voorpost op 14 die zwart niet kan winnen? En kan zwart de partij dan nog beslissen met weliswaar een schijf meer, maar met zo’n horzel op 14 die voorlopig twee schijven bezighoudt? Sijbrands kreeg na de partij het nodige van zijn secondanten te horen, maar hij had het beter gezien. Na (35-40) 28-22 (17x30) 45x14 wint zwart. Niet door (18-23) want dan volgt 27-22, maar door (3-8) en nu bijvoorbeeld 37-32 (8-12) 47-42 (13-19) 14x23 (18x29). De binding 27 tegen 16 en 26 staat normaal borg voor redelijk wat compensatie in dit soort standen, maar de zwartspeler had goed berekend danwel getaxeerd dat de stand gewonnen is. Een variantje van de computer: 42-38 (15-20) 49-44 (20-25) 44-39 (29-34) 39x30 (25x34) 32-28 (34-40) 28-23 (40-44) 23-19 (44-49) 38-33 (49x21) 19-14 (21-32) 14-9 (26-31) met op 9-3 (32-37) en damvangst en op 9-4 (31-36) en wint.
40…, 35-40(!); 41. 33-29?,… maar hiermee maakte Andreiko het zijn tegenstander wel heel erg makkelijk. 41…, 20-24; 42. 29x20, 15x24; 43. 34-30, 24x35; 44. 45x34, 3-9!; en met twee schijven achterstand verloor wit uiteraard kansloos.
|