Winst gevonden, geen punten
Eric van Dusseldorp
Heden ten dage lijkt de computer bij uitstek het middel om versterkingen te zoeken in door mensen gespeelde partijen. In de meeste gevallen gaat het dan niet om strategische ideeën, maar om gemiste slagzetten, forcings en offers.
Hoe zat dat in het pre-computertijdperk? Het hoeft geen betoog dat de dammende mens volledig op zichzelf aangewezen was. Er zijn nogal wat voorbeelden bekend van relatief onbekende dammers die prachtige dingen hebben gevonden in grootmeesterpartijen. Het gaat dan om liefhebbers die wars zijn van oppervlakkige analyses, maar niet rusten voordat ze een intrigerende stelling helemaal hebben doorgrond.
In de jaren zeventig had het (inmiddels ter ziele gegane) tijdschrift Het Nieuwe Damspel een tweemaandelijks terugkerende wedstrijd ‘Test uw speelsterkte’. Volkomen lukraak werden standen uit met name internationale toernooien gekozen en werd de lezer gevraagd naar de -zijns inziens- sterkste voortzetting. Dezelfde posities werden voorgelegd aan een zestal topdammers, waaronder grootmeester Harm Wiersma en de ex-Nederlandse kampioenen Ir. Geert van Dijk en Jan Bom. Een oplosser kon punten scoren wanneer zijn ‘beste zet’ overeenkwam met die van een of meer van de zes matadoren. Hoe meer ‘overeenstemming’, hoe meer punten.
Hoe onredelijk dit kon uitpakken, bleek uit de opdracht afgebeeld in diagram 1, gelicht uit het topduel I. Koeperman – W. Tsjecholew, Challenge Mondial 1961.
Opdracht: wat is zwarts beste zet? Drie topdammers, onder wie Harm Wiersma, kozen voor (13-18) met beter, maar remiseachtig spel. De drie anderen zagen hun heil in (14-19), de zet die destijds ook daadwerkelijk gespeeld werd, met eveneens remise als uiteindelijk resultaat.
Eén abonnee van het tijdschrift, F.J. van Sterkenburg, ging er eens écht goed voor zitten en vond de volgende prachtige (hopelijk waterdichte) winstgang: (12-18!!).
Nu staat wit vreemd te kijken. We lopen de witte zetten eens na.
Een mooi variantencomplex. Maar omdat geen van de matadoren (12-18!) aangaf, leverde het de arme Van Sterkenburg geen enkel punt op!
De beroemdste vondst -maar wellicht bij vele lezers nog niet bekend- is ongetwijfeld de ongelofelijke winstgang die de onbekende Rus Makrowitsj vond in de partij H. Wiersma - T. Sijbrands uit het Wereldkampioenschap van 1972. In dat jaar werd Sijbrands wereldkampioen met twee punten voorsprong op Wiersma en Andreiko, maar in het duel tegen zijn landgenoot kwam hij zwaar onder druk en dankzij Makrowitsj’ vondst zelfs aantoonbaar verloren te staan. Pikant detail: had Wiersma dit duel gewonnen dan was Sijbrands misschien nooit wereldkampioen geworden!
Wiersma speelde 37-32, bleef beter staan maar het voordeel bleek ontoereikend voor winst. Die winst was wel mogelijk na 34-30!! Nu volgt op (25x34) 39x30 (23x25) 35-30 (25x34) 24-19 (13x24) 33-28 (22x42) 31x2 (42x31) 2x39 en op (23x34) 26-21!! -deze schijf moet erbij gegeven worden- (17x26) 24-19 (13x24) 30x19 en ondanks een voorsprong van twee schijven, staat zwart verloren omdat er geen verweer is tegen de diverse damdreigingen. In ‘Ton Sijbrands, dammer’ wordt nog de volgende variant aangegeven: (25-30) 35x24 (4-9) 39x30 (9-13) 24-20 (15x35) 49-44 (13x24) 44-40 (35x44) 33-28 (22x42) 31x2 (42x31) 2x49 en wit wint.
Een prachtige vondst waar de computer nog een puntje aan kan zuigen. Bij wijze van spreken natuurlijk.