door
Eric van Dusseldorp Een
damtoernooi wordt gespeeld met borden van elk honderd velden. Hiervan zijn
er vijftig bruikbaar. Veertig daarvan zijn in de beginstand bezet met
schijven: twintig witte en twintig zwarte. Deelnemers aan een damtoernooi
kunnen hun partij winnen, verliezen of remise spelen. Als aan het einde
van het toernooi de punten van alle spelers zijn opgeteld, blijkt een Rus
te hebben gewonnen. Dit
is een variant op het beroemde grapje van de Engelse
ex-voetbalinternational Gary Lineker over het Duitse voetbalelftal. Maar
de vlieger van Lineker gaat niet altijd op. En ook in de damsport komt het
wel eens voor dat een Rus een toernooi niet wint. Gelukkig maar. In
het grote zomertoernooi van Salou, dat van 20 tot en met 28 mei werd
gehouden, was een groot contingent dammers uit de voormalige Sovjet-Unie
aanwezig, onder wie wereldkampioen Alexander Georgiev. Niemand was echter
opgewassen tegen Roel Boomstra, het grootste Nederlandse talent van dit
moment. De jonge Drent bleef een negental (!) achtervolgers, voornamelijk
wereldtoppers, een vol punt voor en finishte met 14 uit 9 als eerste. Het
toernooi telde in totaal 129 deelnemers. Boomstra
deed in de derde ronde goede zaken door de in Duitsland wonende ex-Rus
Mark Makrovitch te verslaan. Makrovitch… waar kennen we die naam toch
van? En inderdaad, het is de man die in 1972, dus veertig jaar geleden,
een prachtige winstmogelijkheid ontdekte in een partij tussen Harm Wiersma
en Ton Sijbrands tijdens het wereldkampioenschap van 1972. Had Wiersma de
winst gezien, dan was Sijbrands mogelijk nooit wereldkampioen geworden! Wit: H. Wiersma – Zwart: T. Sijbrands
Zie
diagram. Wit miste het unieke dubbeloffer 34-30 (23x34, want op 25x34 wint
39x30, 23x25, 35-30, 25x34, 26-21, 17x26, 24-19, 13x24, 33-28, 22x42,
31x2, 42x31 en 2x6) 26-21! (17x26) 24-19 (13x24) 30x19 en ondanks twee
schijven meer heeft zwart geen verweer tegen de dreiging 33-28. In de
partij werd 37-32 gespeeld en de partij liep remise.
Wit:
M. Makrovitch – Zwart: R. Boomstra
Terug naar Salou. Zie diagram. 29.
49-43?... is een
positionele fout. Hier had 37-32 of 36-31 gemoeten en er is weinig aan de
hand. 29…, 18-23!; Natuurlijk. Nu is sluiten met 37-32 verhinderd door
(21-27) en na het slaan (14-20) en (13-18). Maar nu is het weer remise. De schijf moet de andere kant op: (2-7!). 42. 39-33?,… Wit kan zich op ingenieuze wijze redden door 40-34! (29x40) 35x44 (24x35) 38-33! Nu heeft wit na (A15-20) 44-40 (35x44) 39x50 (20-24) 50-44 (23-29) 22-18 (29x27) 18x29 remise omdat (27-31) niet goed werkt en na (B14-20) 25x14 (19x10) 28x19 (13x24) 32-28 of 22-18 heeft wit voldoende compensatie voor een puntendeling. Daarom had zwart op de 41e zet (2-7) moeten spelen. Na het vervolg 40-34 (29x40) 35x44 (24x35) 38-33 (15-20) 44-40 (35x44) 39x50 (20-24) 50-44 heeft zwart dan immers nog het tempo (7-11!) en wit komt nergens meer. 42…, 15-20; 43. 22-18, 13x22; 44. 28x17, 21x12; 45. 36-31, 12-17; 46. 31-27, 8-12; 47. 33-28, 17-21; 48. 27-22, 12-17; 49. 22x11, 16x7; 50. 28-22, 7-11; en 0-2. Oplossing
vorige opgave (J. Bus en E. Zubov, wit: 12, 16, 21, 32, 35, 44, 50 /
zwart: 1, 19, 22, 23, 25, 31, 45):
Winst
door 21-17 (22x11) 16x7 (31-36) 35-30 (25x34) 7-2 (36-41) 2x39 (1-7) 12x1
(41-46) 1x40 (45x43) 44-39 (46x44) 50x48. Een fraai slot, maar de oplosser
dient wel over allerlei ‘overmachtsresten’ heen te klauteren
|