door
Eric van Dusseldorp Het
zal weinig dammers ontgaan zijn: Erno Prosman heeft afgelopen weekend in Gouda
het wereldrecord blindsimultaandammen overgenomen van Ton Sijbrands. Na ongeveer
28 uur had de uit Gouderak afkomstige grootmeester precies de vereiste score (42
punten uit 30 partijen) bereikt en daarmee was het pleit beslecht. Maar wat was
het, evenals de twee vorige recordpogingen van Prosman en Sijbrands, weer
ongemeen spannend. Halverwege
de blindsimultaan, zo’n beetje midden in de nacht, waren er nog maar weinig
toeschouwers, die in een voor Prosman gunstige afloop geloofden. De
simultaangever had inmiddels het maximaal aantal toegestane onreglementaire
zetten (vijf in totaal) doorgegeven en iedere extra fout zou onherroepelijk tot
verlies van een partij leiden. Het begon erop te lijken dat alleen een vervolg
zoals in een jarenvijftigjongensboek of een Amerikaanse B-film de recordpoging
zou kunnen doen slagen. Maar dat scenario rolde er toch uit. Prosman maakte nog
wel degelijk enkele fatale fouten, maar reeg ook de ene na de andere opponent
aan zijn spies. Het bleek allemaal precies genoeg te zijn.
Zie
diagram. Wit:
E. Prosman – J. van der Plas Een
dramatisch fragment, in de slotfase van de simultaan, met een goede afloop. Bij
verlies van deze partij zou de wereldrecordpoging zijn mislukt. Bij remise waren
er nog kansen, maar zou er onder andere nog een `vaag` eindspel tegen de
besnorde Pool Jacek Pawlicki gewonnen moeten worden. Zwart speelde in dit
maxi-eindspel. 47…,16-38?; Tot
verbijstering van alle toeschouwers gaf Prosman de nergensopslaande zet 48. 5-23
door, waar natuurlijk 5-28 in de lijn der verwachtingen had gelegen. Wat was er
aan de hand? Bedoelde de witspeler ook 5-28 en had hij per abuis 5-23
doorgegeven, de twee velden kennelijk, na 26 zware uren, verwisselend? Of
bedoelde hij wel degelijk 5-23, maar meende hij dat 18 of 12 er niet stond?
Zwart sloeg 48…, 38x15 en het publiek hield de adem in. Zou Prosman nu een
onreglementaire slag doorgeven, dan was de partij en daarmee de recordpoging
voorbij. Maar gelukkig zag hij bijtijds dat hij een notatiefout had gemaakt en
speelde alsnog 49. 23-28. Een zucht van verlichting ging door de zaal en die
zucht klonk nog heviger toen direct daarna de spelers remise overeenkwamen.
Terug naar de diagramstand. Na (16-38) had Prosman zelfs kunnen winnen door 5-46
(38x15) 26-21 (17x26) 34-29 (15x38 nog de beste) 36-31 (26x37) 46x43, alleen dit
veld, en volgens de achtstukkendatabase gaat wit nipt winnen!
Zie
diagram. Wit:
E. Prosman – J. Pawlicki Aan
zijn partij tegen Pawlicki zal Prosman in zekere zin geen prettige herinneringen
overgehouden hebben. Al vroeg in het duel gaf hij immers liefst twee
onreglementaire zetten door. Hij verloor er de partij niet mee, maar het kostte
hem indirect wel twee andere partijen in het verdere verloop van de simultaan,
na het moment dat de grens van de vijf toegestane onreglementaire zetten
overschreden was. Toch was dit uiteindelijk de beslissende winstpartij.
De
Pool aan zet had niks anders dan 39…, 11-17; 40. 22x11, 6x17; Deze ruil lijkt
goed, maar Prosman had een daverende verrassing in petto: 41. 26-21!, 17x26; 42.
30-24, 29x20; 43. 15x24, 19x30; 44. 35x24,… Met
een schijf meer staat wit vrijwel, maar niet helemaal, gewonnen. Pawlicki deed
het voorlopig goed. 51.
11-7,
Maar nu is alleen (15-20) gevolgd door doorspelen remise. Op
(32-38) wint 7-1 (18-22) 24-19 snel. De partijzet verliest. 51…, 18-22?; 52.
7-2, 32-38; 53. 2-16?, ... Maar
ook wit doet het niet goed. Fraaie winst is mogelijk door 2-11 (22-27) 11-16
(27-32) 41-36 (32-37, anders volgt 36-31) 16x43 (37-42) 43-48 (42-47) 48-37
(47x20) 37x10 (15x4) 25x3. 53…
38-42; 54. 41-37,... nog de beste kans, 42x31; 55. 16-32,…
Het
overzichtelijkst remise is nu (15-20) 24x15 (14-19) 32x3 (31-37), maar na 28 uur
dammen zag de Pool het ook niet meer. Niemand nam het hem kwalijk, de
toeschouwers niet en Prosman al helemaal niet. Er volgde 55…, 14-20?; 56.
25x3, 22-27; 57. 32x16 en zwart zag in dat hij wegens een damoffer zelf nooit
meer op dam komt. |